Hij is als een stralende morgenzon die na de regens opkomt aan een wolkeloze hemel en met zijn warmte het jonge groen laat opschieten.

Hij is als een stralende morgenzon die na de regens opkomt aan een wolkeloze hemel en met zijn warmte het jonge groen laat opschieten.
Uit welke schoot wordt het ijs geboren,
wie baart de rijp van de hemel,
Hij laat het sneeuwen als wol,
rijp strooit hij uit als stof,
Hij beveelt de sneeuw: “Val op de aarde,”
hij zegt de regenvloed: “Stort neer met al je kracht.”
Ken je de voorraadkamers van de sneeuw,
heb je de voorraadkamers van de hagel gezien,
Loof de HEER, bewoners van de aarde,
zeemonsters en oceanen,vuur en hagel, sneeuw en rook,
stormwind die doet wat hij zegt.
Zoals sneeuw niet bij de zomer past,
en regen niet bij de oogst,
zo past eer niet bij een dwaas.
Niemand in haar huis hoeft sneeuw te vrezen,
zij heeft hen allen warm Noot warm – Voorgestelde lezing ondersteund door de Septuaginta en de Vulgata. MT: ‘in scharlaken’. gekleed.