Een loflied van David.
U, mijn God en koning, wil ik roemen,
uw naam prijzen tot in eeuwigheid.Elke dag opnieuw wil ik u prijzen,
uw naam loven tot in eeuwigheid:‘Groot is de HEER, hem komt alle lof toe,
zijn grootheid is niet te doorgronden.’Laat geslacht na geslacht van uw schepping verhalen,
uw machtige daden verkondigen.Laten zij spreken over de glorie van uw majesteit,
ook ik wil uw wonderen bekendmaken.Laten zij getuigen van uw geduchte daden,
ook ik wil van uw grootheid vertellen.Laten zij de roem van uw goedheid verbreiden,
uw gerechtigheid luid bezingen:‘Genadig en liefdevol is de HEER,
hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.Goed is de HEER voor alles en allen,
hij ontfermt zich over heel zijn schepping.’Laten al uw schepselen u loven, HEER,
en uw getrouwen u prijzen.Laten zij getuigen van de luister van uw koningschap,
spreken over uw machtige werken,aan de stervelingen uw machtige daden verkondigen,
de glorie en de glans van uw koningschap:‘Uw koningschap omspant de eeuwen,
uw heerschappij omvat alle geslachten.’‘Een steun is de HEER voor wie is gevallen,
wie gebukt gaat richt hij op.Allen zien hoopvol naar u uit,
u geeft voedsel, op de juiste tijd.Gul is uw hand geopend,
u vervult het verlangen van alles wat leeft.Rechtvaardig is de HEER in alles wat hij doet,
zijn schepselen blijft hij trouw.Allen die hem aanroepen is de HEER nabij,
die hem roepen in vast vertrouwen.Hij vervult het verlangen van wie hem eren,
hij hoort hun klacht en komt te hulp.De HEER waakt over wie hem liefhebben,
maar wie hem afwijzen, vaagt hij weg.’Laat zó mijn mond de lof spreken van de HEER,
en alles wat leeft zijn heilige naam prijzen,
tot in eeuwigheid.
Categorie: Bijbelteksten
De kruiswoorden
De 7 uitspraken van Jezus aan het kruis worden de kruiswoorden genoemd. Ik heb het nooit geweten. Hieronder in volgorde.
1. Lucas 23:34 Jezus zei: ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.’
2. Lucas 23:43 Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’
3. Johannes 19:26 Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ 27 en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.
4. Matteüs 27:46 Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’
5. Johannes 19:28 Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’
6. Johannes 19:30 Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest.
7. Lucas 23:46 En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest.’ Toen hij dat gezegd had, blies hij de laatste adem uit.
1Sam.23:18
Nadat ze samen ten overstaan van de HEER hun vriendschapsverbond hadden bevestigd, ging Jonatan terug naar huis; David bleef in Choresa.
Mat.16:4
Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van Jona.’ Zo liet hij hen staan en vertrok.
Spr.15:17
Beter een karige schotel groenten en liefde
dan een vetgemeste os en haat.
1Joh.2:1-2
Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Mocht een van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige.
Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld.
1Petr.3:16-18
Doe dat dan vooral zachtmoedig en met respect, houd uw geweten zuiver; dan zullen de mensen die zich honend over uw goede, christelijke levenswandel uitlaten, zich schamen over hun laster.
Het is beter te lijden, indien God dat wil, omdat men goeddoet dan omdat men kwaad doet.Ook Christus immers heeft, terwijl hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd, om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt.
Joh.3:3
Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’
Jes.30:20-21
De Heer zal jullie brood geven in de benauwenis en water in de nood. Hij die jullie onderricht gaf, zal zich niet langer verbergen. Met eigen ogen zul je je leermeester zien,
met eigen oren zul je een stem achter je horen zeggen: ‘Dit is de weg die je moet volgen. Hier moet je rechts. Ga daar naar links.’
Ps.90:1
Een gebed van Mozes, de godsman.
Heer, u bent ons een toevlucht geweest
van geslacht op geslacht.
Ps.121:7-8
De HEER behoedt je voor alle kwaad,
hij waakt over je leven,de HEER houdt de wacht
over je gaan en je komen
van nu tot in eeuwigheid.
Rom.5:10
Werden we in de tijd dat we nog Gods vijanden waren al met hem verzoend door de dood van zijn Zoon, des te zekerder is het dat wij, nu we met hem zijn verzoend, worden gered door diens leven.
Spr.18:24
Wie veel vrienden heeft, raakt snel geruïneerd,
een echte vriend is meer waard dan een broer.
1Joh.1:9
Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad.
Heb.10:36
Blijf juist volharden, want als u de wil van God doet, zult u ontvangen wat u beloofd is.
Ps.63:9b
Ik ben aan u gehecht, met heel mijn ziel,
uw rechterhand houdt mij vast.
Ps.23:4b
Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want u bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.
Ps.139:1-3
Voor de koorleider. Van David, een psalm.
HEER, u kent mij, u doorgrondt mij,
u weet het als ik zit of sta,
u doorziet van verre mijn gedachten.Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op,
met al mijn wegen bent u vertrouwd.
Op.19:9a
Toen zei hij tegen mij: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het lam zijn uitgenodigd.”’ En hij vervolgde: ‘Wat God hier zegt, is betrouwbaar.’
Fil.1:12-26
Gevangen omwille van Christus Jezus
U moet weten, broeders en zusters, dat wat mij is overkomen er juist toe bijdraagt dat het evangelie wordt verspreid.
Het is iedereen in het Romeinse hoofdkwartier en alle anderen duidelijk geworden dat ik gevangenzit omwille van Christus.
Bovendien durven de meeste broeders en zusters, omdat ze door mijn gevangenschap vertrouwen in de Heer hebben gekregen, de boodschap nu nog onbevreesder te verkondigen.
Sommigen doen het weliswaar uit afgunst en rivaliteit, maar anderen verkondigen Christus met goede bedoelingen.
Zij doen het uit liefde, in het besef dat ik de taak heb het evangelie te verdedigen.
Maar de eersten verkondigen Christus uit geldingsdrang, met onzuivere bedoelingen, om mijn gevangenschap te verzwaren.Maar wat doet het er eigenlijk toe! Wat telt is dat Christus verkondigd wordt. Of het nu uit valse of oprechte motieven gebeurt – dát het gebeurt verheugt me. En mijn vreugde is blijvend,
omdat ik weet dat dit alles door uw gebed en de hulp van de Geest van Jezus Christus tot mijn redding leidt.
Het is mijn stellige hoop en verwachting dat ik mij nergens voor zal hoeven te schamen, maar dat Christus bij alles wat mij overkomt in alle openheid geëerd zal worden, of ik nu in leven blijf of moet sterven.
Want voor mij is leven Christus en sterven winst.
Als ik blijf leven, kan ik vruchtbaar werk doen, maar toch weet ik niet wat ik moet kiezen.
Ik word naar twee kanten getrokken: enerzijds verlang ik ernaar te sterven en bij Christus te zijn, want dat is het allerbeste;
anderzijds is het omwille van u beter dat ik blijf leven.
Omdat ik hiervan overtuigd ben, weet ik dat ik inderdaad voor u behouden zal blijven, zodat uw geloof groter en vreugdevoller wordt.
Wanneer ik bij u terugkeer, hebt u des te meer reden om u op Christus Jezus te laten voorstaan.