Ps.42:2-3

Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel
naar u, o God.

Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God,
wanneer mag ik nader komen
en Gods gelaat aanschouwen? Noot en Gods gelaat aanschouwen – Volgens een Hebreeuws handschrift en sommige oude vertalingen. MT: ‘en voor Gods gelaat verschijnen’.

Ps.42:6

Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik hem weer loven,
mijn God die mij ziet en redt. Noot mijn God die mij ziet en redt.// Mijn ziel is bedroefd – Volgens sommige Hebreeuwse handschriften, de Septuaginta en de Pesjitta. MT: ‘die hem ziet en redt. Mijn God, mijn ziel is bedroefd’.

Job.19:25-27

Ik weet: mijn redder leeft,
en hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen.

Hoezeer mijn huid ook is geschonden,
toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen.

Ik zal hem aanschouwen,
ik zal hem met eigen ogen zien, ik, geen ander,
heel mijn binnenste smacht van verlangen.

Rom.8:28-39

En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.
Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters.
Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie hij heeft geroepen, heeft hij ook vrijgesproken; en wie hij heeft vrijgesproken, heeft hij nu al laten delen in zijn luister.

Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn?
Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken?
Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij.
Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.
Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?
Er staat geschreven: ‘Om u worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht.’
Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad.
Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst,
hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.

Ps.91:1-2

Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont
en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende,

zegt Noot zegt – Volgens de Septuaginta. MT: ‘ik zeg’. tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting,
mijn God, op u vertrouw ik.’

Ps.23:1-4

Een psalm van David.

De HEER is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.

Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water,

hij geeft mij nieuwe kracht Noot hij geeft mij nieuwe kracht – Ook mogelijk is de vertaling: ‘hij brengt mij behouden terug’.
en leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn naam.

Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want u bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.

Ps.4:7-9

Velen zeggen: ‘Wie maakt ons gelukkig?’ –
HEER, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.

In u vindt mijn hart meer vreugde
dan zij in hun koren en wijn.

In vrede leg ik mij neer
en meteen slaap ik in,
want u, HEER, laat mij wonen
in een vertrouwd en veilig huis.