Spr.5

Mijd lichtzinnige vrouwen

Mijn zoon, luister naar mijn wijsheid,
schenk mijn inzicht een aandachtig oor,

opdat bezonnenheid je blijft behoeden,
kennis over je waakt bij wat je zegt tegen een lichtzinnige vrouw.
Van haar lippen komen gladde praatjes,
haar mond spreekt honingzoete woorden,
]

maar uiteindelijk zijn ze als gif zo bitter,
zo scherp als een tweesnijdend zwaard.

Haar pad voert naar het graf,
haar voeten dalen af in het dodenrijk.

Ze wil dat je de weg die naar het leven leidt niet inslaat,
haar valse sporen volg je zonder dat je het beseft.

Daarom, mijn zonen, luister naar mij,
wijk nooit af van wat ik zeg.

Blijf bij zo’n vrouw vandaan,
houd afstand van haar woning.

Want je zult bij anderen je eer verkwanselen,
je verspeelt je leven aan die wrede vrouw.

Van wat jij zo moeizaam hebt verworven,
genieten vreemde mannen in de woning van die afgedwaalde.

En uiteindelijk, wanneer er niets meer van je over is,
schreeuw je het uit:

‘Waarom heb ik wat mij is geleerd verworpen?
Elke waarschuwing heb ik veracht.

Waarom heb ik niet geluisterd naar mijn leraren?
Ik sloot mijn oren voor hun raad.

Nu ben ik bijna te gronde gegaan,
voor ieders blik, voor het oog van alle mensen.’

Drink water uit je eigen bekken,
ga naar de stromen van je eigen bron.

Je wilt toch niet dat ze de vrije loop krijgen
en de pleinen overstromen?

Ze zijn van jou, van jou alleen,
laat niemand anders ervan drinken.

Moge je bron gezegend zijn,
moge de geliefde van je jeugd je vreugde geven.

Ze is zo lieflijk als een hinde, bekoorlijk als een ree.
Ze laat je altijd van haar borsten drinken,
je kunt eindeloos verzinken in haar liefde.

Waarom, mijn zoon, zou je dan dwalen bij een lichtzinnige vrouw,
je vlijen aan de borsten van zo’n afgedwaalde?

De HEER ziet alle wegen die een mens bewandelt,
al zijn stappen slaat hij gade.

Wie kwaad doet, zet voor zichzelf een val,
hij raakt verstrikt in de koorden van zijn zonde.

Omdat hij weigerde te luisteren naar een wijze les,
verdwaalt hij in zijn eigen dwaasheid
en wacht hem de dood.

Mat.19:1-12

Leven met het oog op het koninkrijk van de hemel

Nadat Jezus deze rede had uitgesproken, verliet hij Galilea en ging hij langs de overkant van de Jordaan naar Judea.
Grote massa’s mensen volgden hem, en hij genas hen ter plekke.
Toen kwamen er farizeeën op hem af om hem op de proef te stellen. Ze vroegen: ‘Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden verstoten?’
Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’
En hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden;
ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’
Toen vroegen ze hem: ‘Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een scheidingsbrief te geven en haar zo te verstoten?’
Hij antwoordde: ‘Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes u toegestaan uw vrouw te verstoten. Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest.
Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis.’ Noot verbintenis – Andere handschriften lezen: ‘verbintenis. En wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel’.

Hierop zeiden zijn leerlingen: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.’
Hij zei tegen hen: ‘Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het gegeven is:
er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren werden, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen!’

Mat.5:27-32

Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.”
En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.
Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt.
En als je rechterhand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat.

Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.”
En ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.

Ef.5:22-33

Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer,
want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat hij gered heeft.
En zoals de kerk het gezag van Christus erkent, zo moeten vrouwen in ieder opzicht het gezag van hun man erkennen.
Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven
om haar te heiligen, haar te reinigen met water en woorden
en om haar in al haar luister bij zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver.
Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief.
Niemand haat ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het, zoals Christus de kerk,
want dat is zijn lichaam en wij zijn de ledematen.
‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn.’
Dit mysterie is groot – en ik betrek het op Christus en de kerk.
Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man.

Joh.2:1-11

Bruiloft in Kana

Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er,
en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd.
Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’
‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’
Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is.’
Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete.
Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden ze tot de rand.
Toen zei hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze.
En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom
en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’
Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in hem.

1Tim.4:1-5

Maar de Geest zegt nadrukkelijk dat in de eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren.
Ze worden hiertoe aangezet door huichelachtige leugenaars, die hun eigen geweten hebben dichtgeschroeid,
die het huwelijk verbieden en hen dwingen tot onthouding van voedsel dat God geschapen heeft om door de gelovigen, die de waarheid kennen, onder dankzegging te worden gegeten.
Alles wat God geschapen heeft is goed. Niets hoeft te worden verworpen als het onder dank wordt aangenomen,
want het is geheiligd door het woord van God en door het gebed.

Mal.2:14

En jullie vragen je af: Waarom toch? Omdat je de vrouw met wie je je leven deelde trouweloos behandeld hebt, de vrouw met wie je in je jeugd een verbintenis bent aangegaan, waarvan de HEER getuige is geweest.

1Petr.3:1-7

Voor u, vrouwen, geldt hetzelfde: erken het gezag van uw man. Dan zullen mannen die weigeren Gods boodschap te aanvaarden daarvoor gewonnen worden door het gedrag van hun vrouw, zonder dat zij iets hoeft te zeggen,
omdat ze zien hoe zuiver u leeft uit ontzag voor God.
Uw schoonheid moet niet gelegen zijn in uiterlijkheden, zoals kunstig gevlochten haar, gouden sieraden of elegante kleding,
maar in wat verborgen ligt in uw hart, in een zacht en stil gemoed. Dat is een onvergankelijk sieraad dat God kostbaar acht.
Daarmee tooiden zich vroeger ook de heilige vrouwen die hun hoop op God vestigden en het gezag van hun man erkenden,
zoals Sara; zij gehoorzaamde Abraham en noemde hem ‘heer’. U bent haar dochters wanneer u het goede doet en u zich geen angst laat aanjagen.

U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die brozer is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de genade van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg.

Fil.2:1-11

Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden,
maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest.
Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf.
Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.
Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.
Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast,
maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen,
heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.
Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat,
opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde,
en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.

Spr.2

Wijsheid komt van de HEER

Mijn zoon, als je in acht neemt wat ik zeg,
mijn richtlijnen altijd onthoudt,

een open oor hebt voor mijn wijsheid,
een geest die neigt naar inzicht,

als je erom vraagt de dingen te begrijpen,
roept om scherpzinnigheid,

ernaar zoekt als was het zilver,
ernaar speurt als naar een verborgen schat –

dan zul je ontdekken wat ontzag voor de HEER is,
dan zul je kennis van God verwerven.

Want het is de HEER die wijsheid schenkt,
zijn woorden bieden kennis en inzicht.

Aan wie rechtschapen is, geeft hij voorspoed,
voor wie op rechte wegen gaat, is hij een schild.

Hij waakt over het rechte pad
en beschut de weg van wie hem trouw zijn.

Als je in acht neemt wat ik zeg,
zul je leren wat oprecht, eerlijk en rechtvaardig is,
dan volg je altijd het juiste spoor.

Want wijsheid zal je geest doordringen,
je koestert je in kennis.

Bedachtzaamheid zal je behoeden,
inzicht houdt de wacht

om je af te houden van verkeerde wegen,
om je te beschermen tegen leugenaars,

mannen die het rechte pad hebben verlaten,
de wegen van de duisternis gaan,

genieten van hun slechte daden,
staan te juichen bij hun valse streken,

mannen die op kromme wegen gaan
en slechts een dwaalspoor volgen.

En inzicht houdt de wacht
om je te beschermen tegen een lichtzinnige vrouw,
die je met haar vleierij wil paaien,

een vrouw die ver is afgedwaald,
de geliefde van haar jeugd heeft verlaten,
het verbond met haar God is vergeten.

Het huis van zo’n vrouw verzinkt in de dood,
haar pad voert naar het rijk van de schimmen.

Niemand die bij haar komt keert ooit terug,
onbereikbaar is de weg die naar het leven leidt.

Houd daarom het rechte pad,
volg de weg van wie rechtvaardig zijn,

want wie rechtschapen zijn,
zullen wonen in het land der levenden,
wie onberispelijk hun weg gaan,
vinden er een vast verblijf.

Maar wie kwaad doen, worden verdreven,
wie God niet trouw zijn, worden weggevaagd.