Kerstgedicht 2011

Ik kreeg de vraag een kerstgedicht te schrijven
Maar ik weet niet wat ik zeggen moet
Waarom moet deze kersttraditie blijven?
Een gedicht rond kerst is vaak zo zoet

Dat Jezus is geboren
Dat geloven we nu wel
We weten van te voren
Hij gaat ons redden van de hel

En helder schijnen onze kaarsjes
En klinkt ons vredig lied
Waarom voel ik deze kerst
Ten diepste toch verdriet?

Zou het door de crisis komen
Dat er toch een kans bestaat
Dat ons rijkdom wordt ontnomen
Het volgend jaar wat minder gaat?

Zou het door de kerstsfeer komen?
Die is zo commercieel en nep
We blijven van de vrede dromen
En leven voor de heb

Zou het de traditie zijn
Waardoor ik niet meer weet
Dat naast het vlees, de wijn
Een diep verlangen aan mij vreet?

Al mijn zorgen, al mijn vragen
Ik breng ze naar een stal
Daar ligt een kind dat mij zal dragen
De Heler van’t heelal

Mijn God heeft alles prijsgegeven
Zichzelf in vlees en bloed
Hij zag de crisis in mijn leven
Heeft alle schuld vergoed

De diepte daarvan te beseffen

Die liefde verder door te geven

De handen vrolijk op te heffen

Dat is kerst: een heel nieuw leven

De Geestelijke Wapenrusting

De bijbel geeft in Efeziërs 6:10-17 aan hoe je als christen stand kunt houden in deze wereld. Ik heb geprobeerd bovenstaand tekstgedeelte zoveel mogelijk aan te houden.

De Geestelijke Wapenrusting

Strijd vrienden, strijd!
de vijand is geducht.
Weersta de haat en nijd
van geesten in de lucht.

Doe aan vrienden, doe aan!
de wapenrusting Gods,
opdat je sterk zult staan,
standvastig als een rots.

Omgord je met de waarheid,
strijd tegen al het kwaad.
Bedenk dat ware wijsheid,
leugen en bedrog verslaat.

Trek aan vrienden, trek aan!
de schoenen der bereidheid.
Verkondig mensen het bestaan
van de volmaakte vrijheid.

Bekleed vrienden, bekleed!
het harnas van rechtvaardigheid,
opdat de satan weet
dat hij Gods kinderen bestrijd.

Hanteer vrienden, hanteer!
het zwaard van God de Geest.
Dood daarmee de- leer
die uitgaat van het beest.

Houd stand vrienden, houd stand!
Vertrouw op God de Heer.
Met het geloofsschild in de hand
treft satan u niet meer.

(c) copyright 2002, Klaas Heek – VersNieuws.nl

Op het net kwam ik een aantal preken over bovenstaande tekstgedeelte tegen van dominee Willem Smouter. Hij zegt: “Als ik geestelijk stuk zit, dan helpt het weinig om mij ervan te overtuigen dat ik me geestelijk bewapenen moet. Maar je kunt me zéér helpen door me op Gods wapenrusting te wijzen.”. Kijk hier voor meer informatie.

Vrucht van de Geest

Hieronder een liedtekst waarbij in het refrein de vrucht van de Geest is verwerkt, zoals beschreven in Gal 5:22,23.

Vrucht van de Geest

Is de Geest nu wel gekomen?
Dromen ouden nu hun dromen?
Zijn wij allemaal profeten?
Of is Pinksteren vergeten?

Klanktaal hoef je niet te spreken
En niet alles zal genezen
Maar de Geest zal niet ontbreken
Waar de vrucht van hem zal wezen

refrein:
Liefde staat op nummer één
De mooiste gift om weg te geven
Vreugde danst er blij omheen
De vrede siert ons samen leven
Geduld verdraagt, zware tijden
Goedheid kiest de lach
Geloof getuigt van Jezus lijden
Met zachte moed
Met zelfbeheerst gedrag

Om zijn leiding mag je vragen
Hij zal vruchten laten dragen
Vraag in gebed om God de Geest
En in je hart ontbrandt het feest

Aan de vruchten kun je meten
Wat de Geest voor invloed heeft
Geloof is meer dan stellig weten
Als je van haar vruchten leeft

refrein

Je wordt nu anders dan voorheen
Je leeft in ware vrijheid
Er is nu meer dan jij allleen
Verspreid de vrucht, met blijheid

refrein

Heer van de zon en maan

Er zijn van die liedjes die de hele dag in je hoofd blijven rondzingen. Het nummer ‘God of the moon and stars’ van Paul Field, zo schitterend vertolkt door Kees Kraayenoord op zijn CD ‘This is my cry’, is zo’n voorbeeld. Eenvoudig (qua rijm bijvoorbeeld), ontroerend, confronterend, maar bovenal getuigend van een God die er voor iedereen is. Ik heb het orgineel bewerkt in het Nederlands, nu nog iemand vinden die het wil zingen….

Heer van de zon en maan

Heer van de zon en maan
Heer van de bries en de orkaan
Heer van ons breekbare bestaan, ik kom tot u
Heer van wat is geweest
Heer van het nu en eeuwig feest
Heer van mijn lichaam en mijn geest, ik kom tot u

Heer van de wieg, het graf
Heer van de streling en de straf
Heer die aan ons uw adem gaf, ik kom tot u
Heer van de junk en sjeik
Heer van wie arm is en rijk
Heer van het komend vrederijk, ik kom tot u

Heer van de rust en stress
Heer van de hoer en de prinses
Heer van wie zestig is en zes, ik kom tot u
Heer van het leven pril
Heer van wie zwijgt en schreeuwen wil
Heer van wie warm is en kil, ik kom tot u

Heer van de lach en traan
Heer van het zoenen en het slaan
Heer van de zin van ons bestaan, ik kom tot u
Heer van geluk en strijd
Heer van de meer- en minderheid
Heer die mijn leven leidt, ik kom tot u

Heer van de gunst en grief
Heer van de dominee en dief
Heer van mijn vijand en mijn lief, ik kom tot u
Heer van verdriet en pijn
Heer van gekwetst en eenzaam zijn
Heer van gedachten goor en rein, ik kom tot u

Heer naar het kruis geleid
Heer die ons heeft bevrijd
Heer met uw armen wijd, ik kom tot u

© 2005, Klaas Heek – klaas@versnieuws.nl

Kinderkreten

Leuke uitspraken van onze kinderen.

Pa eindigt de bijbellezing met de woorden: “Toen Achitofel merkte dat zijn raad niet werd opgevolgd, zadelde hij zijn ezel en ging terug naar huis, naar Gilo. Thuis wikkelde hij zijn zaken af en daarna verhing hij zich.”.
Waarop Joël vraagt: “Aan de kapstok?”

Jonathan(9) die voor naam en feit de wet moet leren uit de NBG-vertaling:
“Gij zult niet echtbreken. Is dat scheiden?” Mama: “Ja.” Jonathan: “O, dan is dat een makkelijke wet, als je kind bent tenminste.”

Joël(4) is ziek, maar spreekt de verwachting uit wel weer beter te worden. Ruben(6) die een chronische ziekte heeft is daar nog niet zo zeker van. Zijn mama zegt, misschien wordt jij ook wel beter.
Ruben: “Zou de Here dan weleens gek worden van al dat ‘neusgebid’?”.

Joël(4) en Ruben(6) terwijl ze hardop hun gebedje opzeggen:
Joël: “O, ik zeg m’n gebedje gelijk met Ruben. Maar dat maakt niet uit hè? De Here hoort dat wel.”
Ruben (met een zucht): “Ja, machtig hè?”

Joël(4) vertelt aan z’n moeder dat hij nog heel graag een zusje wil. En zegt vervolgens:
“Mamma, wil je alsjeblieft heeeel veel eten?”

Ruben(5) Bedenkt tijdens het eten een nieuwe slogan voor chocolade pasta.
“Lekkerrrr smerig.”

Peter-Frans(6) al stoeiend met zijn toen nog toekomstige schoonzus Annemieke:
“Sjup, d’r in d’r ballen!”

De meester vraagt: “Wie heeft er vuurwerk afgestoken op oudjaarsavond?”. Jonathan(9) steekt zijn hand op en zegt:
“Ik niet meester, ik deed het pas op nieuwjaarsdag.”
Meester: “Dat geldt niet.”
Jonathan: “Het was na twaalf uur.”

Citaten uit ‘Verlangen naar God’

Eindelijk begonnen aan het boek ‘Verlangen naar God’ van John Piper. En dat is genieten geblazen. Na een pagina of 80 ben ik weer naar pagina 1 gegaan met het doel wat passages op te schrijven die ik niet wil vergeten.

“Ons hoogste doel is God verheerlijken door eeuwig van Hem te genieten.”

Dit is het thema van het boek. Piper noemt zichzelf een christenhedonist. Een hedonist is iemand die stelt dat genot (in algemene zin) het hoogste goed is. Piper stelt dat het streven naar geluk bij de menselijke natuur hoort.

“Alle mensen zoeken het geluk. Er zijn geen uitzonderingen” – Blaise Pascal

Piper stelt dat zelfverloochening geen doel in zichzelf moet zijn (en daar lijkt het in onze gereformeerde traditie/leer helaas wel op), en dat we veel te snel tevreden zijn met het genieten van God.

Lees verder

Kerkwijzer

Het zal je maar gebeuren. Je bent onder de indruk van het christelijk geloof. Een God die alles gemaakt heeft en die jou God wil zijn. Alleen maar omdat die God ook in Jezus mens geworden is. Alleen maar omdat die mens onschuldig aan het kruis is gestorven. Voor jou persoonlijk. Belachelijk voor woorden. Maar je kunt niet langer ontkennen dat het de waarheid is. Een waarheid die jou leven heeft veranderd.

Maar nu? Je wil meer weten over het christelijk geloof. Je aansluiten bij een kerk. Maar welke kerk? Welke is de beste? Je weet, de beste bestaat niet. Maar welke is de minste slechte?

Deze vraag kreeg ik laatst. Ik wil graag een eerlijk advies geven. Dat is best lastig. Vooral als de vraagsteller zegt dat hij de kerk waar ik naar toe ga maar een dooie boel vindt. Ik kan dat ook niet helemaal ontkennen en geef dus niet ‘zomaar’ de kerk waar ik naartoe ga als advies.

Persoonlijk vind ik dat al die sfeer (en vooral het ontbreken daarvan) nogal overdreven wordt. Ik beleef bijvoorbeeld veel plezier aan de meeste preken en aan het zingen van Psalmen. Soms beleef ik ook geen plezier, maar ben ik toch geraakt door een stuk onderwijs of aansporing.

Welke criteria bepalen je kerkkeuze en in hoeverre moet je je laten leiden door je eigen voorkeur die vaak gebaseerd is op een ‘goed gevoel’ en mensen in een kerk? Hieronder mijn advies in 12 regels:

Lees verder

Waar bent u God?

Luister, God, naar mijn gebed,
verberg u niet als ik om hulp smeek,
let op mij en geef mij antwoord. (a)

Verward blader ik door mijn bijbel,
daar zou u te vinden zijn.
Maar uw woord doet mij duizelen,
terleurgesteld val ik in slaap.

Mijn ziel dorst naar u mijn God,
naar de levende God,
wanneer mag ik dichtbij u komen
en uw gezicht zien? (b)

Wanneer mag ik u opmerken in
het gefluister van een zachte bries. (c)
Waarom verstopt u zich achter woorden,
hangt de taal als een sluier voor uw gelaat?

Bent u te heilig om te knuffelen,
te machtig om met mij te spreken?
Heeft u dan geen stem die hoorbaar is?
Geen rechterarm die kan omschouderen.

‘Waar is dan je God?’ (d), zeggen mijn collega’s.
‘Mijn God is in de hemel,
hij doet wat hem behaagt.’, (e)
zeg ik vol trots.

‘Is jou God, de God van Beslan,
de Vader van kindsoldaten in Darfur?
Speelt jou God met de Tsunami?’,
ik buig mijn hoofd en zwijg.

Heer, waar bent u?
Waarom antwoordt u niet?
U kent ons toch van binnen en van buiten. (f)
U weet toch dat wij willen zien en horen.

U zou te vinden zijn in de natuur.
Maar loop ik door de polder,
dan zie ik troep in de berm,
verroeste cola-blikje en neergeslagen teer.

U kent uw wereld toch?
Waarom laat u niet duidelijk zien,
wie haar geschapen heeft.
Grijp toch in Here en herstel.

Terrorisme alarm, aanslagen met kerst.
Dat is duidelijke taal.
Mensen die op straat worden neergestoken,
daar kan niemand omheen.

Het kwaad is aan het woord.
De duivel is aanwezig.

Waarom laat u ons aan onszelf over?
Het wordt een bende, dat weet u toch.
Het is toch niet vreemd dat mensen vragen:
‘Waar is nu die God van jou?’

Het is toch geen wonder dat wij op techniek vertrouwen?
U laat geen hamer meer drijven,
zet de tijd niet meer terug,
laat geen mens uit het graf opstaan.

U bent opgestaan en opgevaren, u bent koning.
Maar de hemel is zo eindeloos ver weg,
en de zinloosheid zo intens dichtbij.
Moet u eerst terugkomen om uw macht te laten zien?

Ik zou u zo graag willen zien, willen aanraken.
Is dat nu zo gek?
Hoe kan ik iemand liefhebben, als ik hem
niet zien of aanraken kan?

Zalig die niet zien en toch geloven.
Het valt mij zwaar, Here.
Luisteren ligt ons niet, vertrouwen is zwaar
als je de ander niet in de ogen kunt kijken.

Ik zou mijn vrienden zo graag willen zeggen,
kijk, kijk, dat is nu mijn God.
Ik zou u aan ze voor willen stellen,
kijk dat is nu mijn God, geweldig he?

Heer, ik ken u van uw daden in het verleden.
Ik heb u leren kennen als een betrouwbaar God.
Hoe langer ik terugdenk, hoe meer ik moet toegeven:
U bent er altijd voor mij geweest.

Vul mijn hart met uw Heilige Geest,
maak mij zeker van uw beloften en bestaan.
Dan zal ik leven Here,
Nu en tot in eeuwigheid.

(a) Psalm 55:2-3
(b) Psalm 42:3
(c) 1 Koningen 19:12
(d) Psalm 42:4
(e) Psalm 115:3
(f) Psalm 139:1

ikgaslapen

Ik ga slapen, ik ben moe…

ikgaslapen

Een bekend kindergebedje gaat als volgt:

Ik ga slapen, ik ben moe.
Sluit mijn beide oogjes toe.
Here, houdt ook deze nacht.
Over mij getrouw de wacht.

Boze dat ik heb gedaan,
zie dat Here toch niet aan.
Schoon mijn zonden vele zijn,
maak om Jezus wil mij rein. etc.

Het valt mij op hoe niet-kinderlijk het eigenlijk is. Belangrijke onderdelen in een kindergebed zijn voor mij: dat bidden praten is met God, dat God heel dichtbij is, dat hij als een vader voor je wil zorgen en dat hij je lief heeft. Daarom dit alternatief (op dezelfde wijs):

Aan het eind van deze dag

Aan het eind van deze dag,
dank ik dat ik praten mag,
met mijn God die heel dichtbij,
als een Vader zorgt voor mij.

Wilt U ook een Vader zijn,
voor mijn vrienden, groot en klein.
Heer, ik bid ook voor het kind,
dat ik niet zo aardig vind.

Heer, geef mij een dikke zoen,
door mijn zonde weg te doen.
Maak mij een blij kind van U
en bescherm mij hier en nu.

Hou het kwaad bij mij vandaan,
stuur de satan naar de maan.
Vader, U heeft alle macht,
zorg voor mij ook deze nacht.

Amen, amen.

(c) K. Heek

Geen belijdenis

Dit gedicht kreeg ik van Kees van Baardewijk toegestuurd.

VOOR DE OUDERS VAN KINDEREN DIE GEEN BELIJDENIS DEDEN

Elk jaar weer hoor je nieuwe namen noemen,
zie je gezichten, verwachtingsvol en blij;
ik ben jaloers, ik kan het niet verbloemen,
die naar óns heet, was er opnieuw niet bij.

En vroeger…puur en aanstekelijk heeft ze geloofd,
ze praatte over Hem, de goede Herder,
maar later was het vuur volkomen uitgedoofd,
en ze gleed van Hem weg, steeds verder.

Ze is de Heer kwíjt en het schijnt haar niet te raken.
Om haar niet te verliezen weet je dat je zwijgen moet,
maar in de nacht lig je te peinzen en te waken,
en niemand kent de pijn die diep van binnen woedt.

Daar staan ze, vooraan in de kerk, een hele rij,
en iedereen hoor je het jawoord geven.
Maar die wij lieten dopen, is er weer niet bij,
wat moeilijk om dit steeds weer te beleven.

Ach, Heer, laat zij zich alstublieft gewonnen geven,
en als ze onwillig is en wie weet misschien verward,
ontferm U dan, draag haar met uw beschermende handen tot aan uw grote en liefdevolle hart.

(c) Kees van Baardewijk

Jesse

Gedachten rond de brute moord op:

Jesse Dingemans (klim-op school) 16-04-1998 tot 01-12-2006.

Waarom ben ik zo verdrietig?
Ik ken je niet eens.
Waarom ben ik kwaad?
In Afrika sterft nu ook vast een achtjarige jongen.

Ik haat onrecht.
Maar doe ik er zelf wat aan?
Ik haat kindermoord.
Vooral als kerst nadert.

Wie zou er achterzitten?
Die gemaskerde moordenaar?
Of wordt de waarheid gemaskeerd?
Wie zit er achter deze waanzin?

De politiek misschien?
De maatschappij?
De vader van zijn vader?
De moeder van zijn moeder?

Wie is er schuldig?
Wie is er schuldig?
Ik wil het weten, dan is het goed.
Dan kan ik het een plekje geven.

Een plekje achter het masker,
van de volgende moordenaar.
Van de mensenmoordenaar.
Hij is schuldig.

Hij is schuldig!
Hij is schuldig!
Berg hem op!
Dood hem!

Helaas dat gaat niet.
De satan is een geest.
Hij is te laf om mens te worden,
zodat we hem vermoorden kunnen.

Eén die hem overwinnen kan.
Eén die echt onschuldig vermoord is.
Daarom is er hoop voor Jesse.
Troost voor zijn vrienden en familie.

(c) K. Heek

rood

Rood

De wedstrijd was maar net begonnen
Een damp steeg uit het frisse gras

We hadden al gewonnen
Ik speelde als een godenzoon

Ik speelde, juichte en genoot
Met het publiek in witte hemden

Toen kwam die pass van rechts

Die moest ik laten gaan
Daar kon ik net niet bij

Toch ging mijn hand er tegenaan
Ik scoorde van dichtbij

Met rood vertrok ik van het veld
De wedstrijd was voorbij

(c) K. Heek 2008

In ‘t zonnetje

In ‘t zonnetje

Ik zit voor ‘t eerst weer buiten,
in ‘t zonnetje voor ‘t huis.
Daar bid ik soms heel stilletjes,
om vlammetjes en ruis.

Ik knijp mijn ogen dicht, maar
krijg geen droom of vergezicht.
Totdat een stem van binnen zegt:
‘Schrijf jij maar een gedicht.’.

Dan staar ik naar het wit papier
en wacht ik op een woord.
Weer spreekt diezelfde stem van binnen:
‘Ik ben voor jou doorboord.’.

Ik schrijf de regels op, verwonderd,
in de schaduw van ‘t huis.
Ik zit voor ‘t eerst weer buiten,
in ‘t zonnetje voor ‘t kruis.

(c) K. Heek – 11 Maart 2007

Mijn lieverd leeft

Voor moeders die een miskraam hebben meegemaakt.

Mijn lieverd leeft

Ik heb gezongen toen ik hoorde
dat ik je dragen mocht mijn kind,
totdat een zwaard mijn ziel doorboorde,
en lossneed wat ik had bemind.

Ik zag je vormeloos begin,
en hoorde hoe je hartje klopte,
wij vormden al een klein gezin,
totdat je hartslag stopte.

Jij had mij al zoveel gegeven,
ik stroomde over van geluk,
al was je door je Heer geweven,
toch brak het tere weefwerk stuk.

Mijn Heer ik kan het niet begrijpen,
U die mijn buik gebruikt als graf,
Ik zou uw mantel willen grijpen,
opdat u mij weer leven gaf.

Heer help mij in mijn lijden,
ook u verloor dicht bij uw hart,
een kind waarin u zich verblijde,
u kent de diepte van mijn smart.

Er is weer hoop mijn Heiland
de steen rolt van mijn ziel,
U overwon de laatste vijand,
de pijn schiet naar mijn hiel.

In mijn verdriet wil ik u danken
u die het leven bent en geeft,
uw eigen zoon heeft zich gegeven,
ik weet: mijn kleine lieverd leeft.

(c) K. Heek 2008

Even mocht je groeien in mama’s schoot

Naar aanleiding van het gedicht ‘Mijn lieverd leeft’ kreeg ik onderstaande reactie. Hoop van harte dat het anderen zal troosten.

Lief, ”

Even mocht je groeien in mama’s schoot,
toen vond je daar in alle rust de dood.

Ik had nog niet eens een naam voor jou,
maar weet wel dat ik heel veel van je hou.

In dit aardse leven heeft het niet zo mogen zijn,
en dat doet best wel pijn.

Ik kan niet wachten op de hemelse dag,
dat ik je voor het eerst in mijn armen sluiten mag.

Daar waar iedereen je kent,
en weet dat je mama’s kleintje bent. “,

Liefs mama

Door: Jantine Heikamp