Fil.2:1-11

Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden,
maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest.
Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf.
Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.
Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.
Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast,
maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen,
heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.
Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat,
opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde,
en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.